Ergernis in restaurant en bed: over lepels

De impact van lepels op ons leven komt te weinig onder de aandacht. Lepels zijn nochtans nauw verbonden met veel facetten van ons leven. Lepels komen aan bod bij onze voeding en opvoeding. Ze dragen bij tot ontspanning, maar ze kunnen evengoed zorgen voor ergernis. Bij uitbreiding is dit zelfs het geval voor het volledig driedelig bestek, maar als ergernis blijkt na enige zelfanalyse, lepels toch het meest invloed te hebben op mij.

Lepels komen m.i. te weinig aan bod bij universitaire studies. We denken daarbij aan het ontbreken van onderzoek naar de invloed van lepels op de eet-leercurve bij kinderen. Het is m.i. ook niet geweten of lepels emotionele stress bij volwassenen kunnen veroorzaken?
We halen twee voorbeelden aan om het onbekende van lepels te illustreren.

De uitdrukking ‘met de paplepel ingegeven’ impliceert een indicatie voor de impact van de lepel tijdens de vroege fase van ons leven. Met de uitdrukking wordt meestal een vaardigheid verbonden.  ‘Wat’ op de paplepel ligt kan van alles zijn en is daardoor waarschijnlijk onbelangrijk, maar dat het met een paplepel is, is overduidelijk. De lepel is bijgevolg het belangrijkste element en heeft zo mogelijk een grote invloed op de baby. Kind en Gezin lijkt hiervan bewust te zijn en adviseert dan wel hoe de lepel moet ingebracht worden, mààr dit zijn instructies voor de voedingsverstrekker.
Wat met de baby?
Waarom gaat de mond van de baby open als hij voor de eerste maal het object ‘lepel’ ziet? Ik denk niet dat de baby reageert op het verzoek “mmmõnnndje open” van mama. Komen de lippen bij het zien van een lepel in een O-vorm te staan door een moment van verwondering? Activeert de lepel een natuurlijk instinct? Het blijven onopgeloste vragen.

Toch een kleine kanttekening. De uitdrukking ‘met de moedermelk ingezogen’ bestaat eveneens. Bij deze voedingsbron zien we nog minder de materie. De baby laat geen inkijk toe en neemt meteen alles in de mond. De benaming van het medium licht zo mogelijk een tip van sluier op want het is taalkundig quasi identiek. Hoe aantrekkelijk het onderwerp ook is, we moeten bij het onderwerp blijven. We hebben het hier over lepels en niet over tepels.

Nu het tweede voorbeeld. ‘Hij zal nog uit vuile lepels eten’ is een andere uitdrukking die al even mysterieus is. Opnieuw weten we niet ‘wat’ die persoon naar binnen zal slobberen, maar dat het slecht zal aflopen is zeker. Bij deze voorspelling is de lepel inherent verbonden met het negatieve. Of het eten nu goed of slecht is doet er niet toe, maar het is opnieuw de lepel, die is onhygiënisch. De lepel gaat hiermee in de richting van de gevreesde zeis van pietje de dood. Het lijkt me dus niet onbelangrijk om kennis op te bouwen over de psychologische impact bij de mens door lepels in een negatieve context.

Het eerste voorbeeld illustreert dat een lepel een eerste en veilig voorwerp is op de eet-leercurve van een kind. Eerst is de lepel in handen van de ouders. Rond de éénjarige leeftijd wordt een zelfstandige bediening door de baby als veilig genoeg beschouwd.
Zelf eten met de handjes naar het mondje brengen is een fijne-motoriektraining die hier net aan voorafgaat.

Nadien volgt op de leercurve een object dat afgeleid is van een lepel. De lepelsteel is identiek, maar de lepelschep is vervangen door een vlakker deel met prik-mogelijkheden. Gevaarlijker en dus verder te vinden op de eet-leercurve. We noemen dit object een vork.

Nog later mag het kind een nog gevaarlijker object hanteren. Met een snijgereedschap, oftewel een mes, leert het kind zijn boterhammen smeren en doormidden snijden. Het is geen instrument om aan te likken. Likken aan een mes is zelfs een afknapper. Dit bestek is daarmee ook opgewaardeerd tot een element van ‘op’voeding.

Met het mes bereiken we het eindpunt van het enkelvoudig gebruik van het bestek op de eet-leercurve. De gevolgde evolutie kunnen we bestempelen als ‘van-veilig-tot-gevaarlijk’.

Vanaf dan wordt het complexer en worden twee van voorgaande objecten gecombineerd met als gevolg een neerwaartse knik op de eet-leercurve, dus een ommekeer ‘van-gevaarlijk-tot-veilig’.

De combinaties zijn dus achtereenvolgens ‘mes-vork’ en vervolgens ‘vork-lepel’. De laatste combinatie is bijgevolg het veiligst.

De combinatie ‘mes-vork’ komt het meest voor in Europa. ln het Noord-Amerikaanse continent is men op eet-leercurve minder ver gevorderd. Daar zitten ze nog in ‘the single fork phase‘.
Het ‘eten met mes en vork’ is voldoende ingeburgerd en daar gaan we niet dieper op in.

Ik kom nu eindelijk tot het onderwerp van mijn grote ergernis in restaurants, mét lepels. Sommige restaurants voegen een onverstandige combinatie toe aan wat gangbaar is op de eet-leercurve.
Bij het aanreiken van frieten steken sommige restaurants twee identieke bestekken in de pot. Er zijn restaurants die twee vorken in de pot steken, andere opteren voor twee lepels.
De combinatie ‘lepel-lepel’ komt bij deze semiprofessionele restaurants het meest voor.

Tijdens mijn jarenlange observaties heb ik gemerkt dat veel mensen vlot een grijpbeweging in de pot met frieten maken waarbij ze in elke hand dan één lepel vasthouden. Het loopt nadien meestal foutief door de grove motoriek. In het bijzonder wanneer de armen moeten instaan voor een synchrone laterale beweging van de beide handen die op 5cm naast elkaar moeten blijven en waarbij er simultaan een lichte druk moet gegeven worden op beide lepels. Het kritische punt is de overschrijding van een afstand van 12 cm. Vanaf een beweging van 13cm glippen de frieten van tussen de twee lepels.

De gemakkelijkste procedure om de frieten op een respectabele manier in het bord te krijgen is de combinatie te hanteren van de twee bestekken van midden de leercurve, m.a.w. de ‘lepel-vork’-combinatie.

Deze bestekcombinatie kan vlot in één hand worden gehouden, mits een trucje… Het trucje bestaat erin de vork en de lepel in die volgorde boven elkaar te houden, met de wijsvinger ertussen en omsloten door duim en middenvinger. Wel te verstaan met beide bolle kanten van de schep naar de pink gericht.
Het hanteren van de twee bestekken naast elkaar in één hand is voor de minder geoefende restaurantbezoeker ook een waardig alternatief.

Ter illustratie van de juistheid van mijn stelling: een Chinees zie je toch ook niet eten met in elke hand één stokje. Dit is niet stabiel te houden. De combinatie ‘stokje-stokje’ is ook te hanteren in één hand!

Gaston Berghmans en Leo Martin eten chinees. Beeld uit de film Gaston en Leo in Hong Kong (1987).

Nog even ter aanvulling: mijn ervaring leert dat de lepel-vork combinatie bij het eten van desserts ook altijd spannend is om te observeren. Twijfel bij de eter is vaak goed op te merken: De ogen van de betreffende persoon bewegen dan stiekem van links naar rechts naar de buren, om zich te vergewissen: ‘in welke hand moet ik nu wat vasthouden?’ of ‘ligt het bestek wel aan de juiste kant?’.
Voor alle duidelijkheid, bij het eten van een dessert is geen dubbele laterale beweging aan de orde. U begrijpt dat het hier noodzakelijk is om in elke hand één bestek vast te houden.

Herinner dat ik u erop wees dat een lepel ook kan bijdragen tot ontspanning. Men kan zich amuseren met één lepel maar ook met twee lepels.

Een voorbeeld van een spel met één lepel: men steekt de steel in de mond en in de lepelschep legt men een knikker. Dan wordt een loopwedstrijd georganiseerd tussen de deelnemers, waarbij de knikker in de lepel moet blijven. Blijft de knikker niet liggen, dan volgt een reglement van het hanzenspel: ‘terug naar start’.

Aan een hoteltoog in het Oostenrijkse Hinterthiersee zag ik ooit een motorcross-spel met twee lepels. Twee koffielepels werden door een virtuele motocrosser met de holle kant van de lepelschep op de ogen gehouden en deden dienst als stofbril. Beide lepelstelen werden daarbij horizontaal ter hoogte van de oren gehouden. De lepelstelen deden dan dienst als de denkbeeldige handvatten van het stuur van de crossmoto. De organisator van het spel, gaf instructies aan de rijder om het parkoers goed door te komen. De motorrijder gaf gas door met de hand een draaibeweging te maken over de rechter lepelsteen. Hij kromde ook zijn rug om zich in de bochten te leggen terwijl hij toch op de barkruk bleef zitten. Bij het rijden door een gracht kreeg de nietsziende en al te brave motocrosser een glas water in het gezicht gegoten. U dient hierbij te weten, dat dit laat op de avond gebeurde.

Heb je nog gezien hoe men met twee lepels een slaginstrument maakt en deelneemt aan een muziekuitvoering. Beslist wel… Dan ga ik hier niet dieper op in.

Een ander voorbeeld van ontspanning is jezelf denkbeeldig omtoveren tot een lepel.
Het heeft betrekking op het efficiënt schikken van lepels, meer bepaald door de lepelscheppen passend in elkaar te leggen om weinig ruimte in te nemen.
Dat kan ook met jouw partner, door samen dezelfde lighouding aan te nemen. T.t.z. wél met het gat in dezelfde richting, waarbij de partner haar of zijn bips in de richting van jouw kruis drukt. We noemen deze lighouding lepeltje-lepeltje. Het aangename en ontspannende karakter van lepeltje-lepeltje kan in de praktijk in een fractie van drie seconden omslaan tot de al eerder vernoemde ergernis.
Meer bepaald wanneer het andere lepeltje een scheet laat.

Gepubliceerd door Gerdi Staelens

Owner of @Winking. Print&Share, Followin' and Winkin' 9 as favorite products. Evangelist of @LangeMaxMuseum.

Eén opmerking over 'Ergernis in restaurant en bed: over lepels'

  1. Na het lezen van je schitterende column over lepels hebben wij beslist om zaterdag pasta te eten en dit zoals echte Italianen enkel met een vork. 😜
    Groetjes Nancy en Luc

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie