Door ons gemeentelijk informatieblad, De Roepsteen mei – juni 2022 p. 8-9, las ik over een nieuw Vlaams mobiliteitsinitiatief.
De accenten voor de mobiliteitsswitch liggen volgens het infoblad op:
- frequentere busverbindingen tussen de kernen
- flexvervoer (Hoppinbus en -taxi)
- deelfietsen en -wagens op centrale knooppunten.
Men heeft daarbij voor ogen dat de vervoersmiddelen vlot moeten kunnen gecombineerd worden.
Dit aanbod wordt ook uitgewerkt in de Westhoek. De Westhoek is één van 15 vervoerregio’s van Vlaanderen. De Westhoek bestrijkt een ruim gebied dat zich strekt van de kust tot Heuveland-Wervik en van de Franse grens tot een reeks gemeenten waaronder Koekelare, Kortemark, Hooglede… De regio is groot en de uitdaging voor de Vlaamse overheid is daarom bijzonder groot.
Over Uber
Het woordje taxi in het artikel van ons gemeentelijk informatieblad triggerde me.
Op website over de mobiliteitsswitch heb ik meteen gezocht hoe men het taxivervoer in het nieuwe plan zou betrekken. Ik bleef op mijn honger zitten, want de zoekmachine op de website kon het woord taxi helemaal niet vinden.
Bij het woord taxi denk ik steeds opnieuw aan mijn verlangen om Uber actief te hebben in onze regio. Mijn buitenlandse ervaring met Uber zijn immers bijzonder positief. Je regelt alles vanuit de app en je weet vooraf precies wat het je gaat kosten.
Wat in een stad kan moet toch ook kunnen op het platteland, denk ik dan.
Uber zou perfect kunnen passen in het plaatje van het flexvervoer van de Vlaamse mobiliteitsswitch.
Alleen moet de reflex er zijn, dat Uber een partner kan zijn i.p.v. een bedreiging voor De Lijn.
De Vlaamse overheid kan Uber op het platteland een beetje zien als het uitbesteden van taken waarin die zelf te duur zijn of niet goed zijn.
Ze moeten ervan uit gaan dat naar mate het vervoersaanbod groter is, het meer zal gebruikt worden. Elke partij zal er finaal beter van worden, De Lijn, de privé taxibedrijven…
Ik hoop dat de Vlaamse overheid met de mobiliteitsswitch Uber als een conculega ziet.
Gerdi Staelens 