Ziekenhuis Maastricht met Koekelaarse software

Het projectteam voor Print&Share van Ricoh Nederland en MUMC+ (foto Winking 17/02/2025).

Trots om bij het Maastricht Universitair Medisch Centrum+ (MUMC+) de eerste installatiedag voor de vervanging van het printerpark mee te maken.

In dit project speelt Print&Share een cruciale rol.
Onze software stelt het medisch personeel (10.000 Active Directory-gebruikers) in staat om eenvoudig het juiste briefhoofd te selecteren uit de voor hen beschikbare opties.

Het dynamische karakter van Print&Share maakt het beheer uiterst eenvoudig voor de systeembeheerders. Elke wijziging wordt automatisch doorgevoerd en is direct beschikbaar op de werkvloer.

Dankzij Print&Share kon Ricoh Nederland een unieke oplossing bieden die de specifieke vereisten van het ziekenhuis nog overtrof.

Wij feliciteren Ricoh Nederland met dit succesvolle project!

Over het heilig putje en de aquamanile

Scrollen op X kan soms onverwachte kennis opleveren. Zo kwam ik via @Vuurdistel, die beroepsmatig actief blijkt te zijn in de erfgoedsector, een interessant draadje tegen over een ‘Heilig Putje’. De twitteraar wist me te boeien en nodigde in haar laatste bericht de lezers die weleens een kerk bezoeken uit om zelf op zoek te gaan naar zo’n ‘Heilig Putje’. Tijdens de voorbereiding van Open Monumentendag 2024, waarbij de recent gerestaureerde kerk van Bovekerke centraal stond, besloot ik de uitdaging aan te nemen en ging ik op zoek naar het ‘Heilig Putje’. Met succes!

Een ‘Heilig Putje’, in het Latijn ‘piscina’, is een nis in het koor rechts van het altaar of in de sacristie van de kerk. In oudere kerken, die aanvankelijk nog geen sacristie hadden, vind je soms zelfs dubbele nissen.

Een belangrijk kenmerk van het ‘Heilig Putje’ is dat het zich altijd tegen een buitenmuur bevindt en een licht uitgeholde onderzijde heeft, waarin een gaatje zit waardoor water via een gootje op de gewijde grond van het kerkhof kan wegvloeien.

Dit was van belang omdat volgens de oude riten niets dat in aanraking was gekomen met ‘het lichaam en bloed van Christus’, zoals water van de handwassing, hosties en miswijn, zomaar mocht worden weggegooid. Deze vloeistoffen moesten altijd op ‘gewijde grond’ terechtkomen.

Gevallen hosties werden bijvoorbeeld verkruimeld en in wijwater opgelost, vliegen of spinnen die in de miswijn waren gevallen, werden boven de piscina verbrand, en vlekken van miswijn werden uit het textiel geknipt en eveneens verbrand. Al deze zaken werden vervolgens door het ‘Heilig Putje’ weggespoeld.

Bovenin de piscina bevindt zich vaak een ijzeren haak, waaraan de zogenaamde ‘lavabo’ hing, gevuld met wijwater. Dit was meestal een koperen keteltje met twee S-vormige tuiten. Uit de ene tuit stroomde wijwater om alles wat met het sacrament te maken had te reinigen, en uit de andere stroomde gewoon water dat op ongewijde grond terecht mocht komen.

In de tweede helft van de 16de eeuw kregen kerken vaak een sacristie en veranderden enkele rituelen, maar de handwassing bleef belangrijk. Daarom werden sacristieën vanaf die tijd uitgerust met een ‘aquamanile’ met een afvoer naar gewijde grond.

In de kerk van Bovekerke vond ik, achter een deurtje met daarboven het opschrift Ante Post (voor, na), een wit aardewerken aquamanile. Die bestaat uit een klein reservoir voor water, voorzien van een kraantje, met eronder een zeepschaaltje en een opvangbakje voor het water. Het was duidelijk bedoeld om de handen te wassen.

In het opvangbakje vond ik ook twee kannetjes van moderner aardewerk. Het gebruik van twee kannetjes kennen we van de offerande tijdens de eucharistieviering, waarbij de priester een kannetje wijn gebruikt en een beetje water in de kelk giet. Dit ritueel symboliseert de vereniging van de goddelijke en menselijke natuur van Christus: de wijn staat voor Christus’ goddelijke natuur, en het water voor zijn menselijke natuur.

Naarmate de tijd vorderde en er steeds meer liturgisch vaatwerk in gebruik kwam, werd de afwas omvangrijker en ging men op zoek naar praktischere oplossingen. Zo evolueerde de ‘lavabo’ naar iets wat wij nu ook goed kennen: een roestvrijstalen gootsteen.

Zover is het in Bovekerke echter nog niet gekomen. De aquamanile voldoet nog.


Dit artikel verscheen in de De Polderkrant Jaargang 7 – Nummer 1 van de Intergemeentelijke Onroerenderfgoeddienst Polderrand (IOED) waarin het accent lag op religieus erfgoed.

Dank aan Carola Van den Wijngaert (@vuurdistel – www.vuurdistel.be) voor de steeds weer boeiende X-onderwerpen. (bron voor dit artikel: @vuurdistel, X-post 29 maart 2023)

Mijn goed voornemen voor 2025: ‘kitesurfen’

Griet en ik zaten donderdagavond, 7 november 2024 te kijken naar “De Tafel van Gert’ op Play4. Professor Piet Hoebeke was te gast.
Hoebeke is uroloog en bracht net zoals de andere tafelspringers een onderwerp aan bod. Zijn onderwerp deed mijn hoofd draaien naar Griet, terwijl ik even moest slikken.

De Tafel van Gert – S5 – Aflevering 32 van donderdag 7 november 2024.

Hij had het over No Nut November. Dit is een jaarlijkse internetuitdaging waarbij mannen zich in de maand november dienen te onthouden van ejaculatie. Vergelijk het een beetje met Tournée Minérale om een maand lang geen alcohol te drinken.

No Nut November werd in 2011 met een satirische insteek gelanceerd terwijl Tournée Minérale met een gezondheidsreden door de Stichting tegen Kanker en De Druglijn wordt georganiseerd. 

De spelregels voor No Nut November op X, het voormalige Twitter.

Nu zijn sommigen de satire vergeten en beweren dat ‘No Nut’ (=geen ejaculatie) eveneens een betere gezondheid nastreeft. Die nonsens wilde professor Hoebeke aankaarten en hij beweerde zelfs dat het tegendeel waar is.

Professor Piet Hoebeke in De Tafel van Gert – S5 – Aflevering 32 van donderdag 7 november 2024.
(klik op de figuur om het fragment te beluisteren).

Hoebeke onderbouwde zijn stelling met een onderzoek dat door wetenschappers van de Harvard T.H. Chan School of Public Health werd uitgevoerd en in 2016 gepubliceerd in het tijdschrift European Urology.​​ ​​In deze studie werden 31.925 mannen gedurende 18 jaar gevolgd.​​ ​​De resultaten toonden aan dat mannen die gemiddeld 21 keer per maand ejaculeerden, een 31% lager risico hadden op prostaatkanker in vergelijking met mannen die 4 tot 7 keer per maand ejaculeerden.​​

Van kanker ben ik bang, zeker om prostaatkanker op te lopen. Prostaatkanker is immers de meest voorkomende kanker bij mannen en het risico neemt toe met de leeftijd.
Ik ben me er ook ten volle van bewust dat gezondheid niet vanzelf komt. Je moet er veel voor over hebben.

Ik had Hoebeke goed gehoord: ‘Gemiddeld’ eenentwintig keer…
Ik maakte me meteen de bedenking dat het dan wel eens minder mag zijn, maar simultaan kwam ook het besef dat je dan de volgende maand moet compenseren met een hogere score om het gemiddelde te behouden.
Ik veronderstel dat je nu begrijpt waarom ik even moest slikken, terwijl ik met een zekere wanhoop naar Griet keek.

Nu ben ik iemand met een behoorlijk druk leven. Organisatie en planning dringen zich dus op; anders komt het er niet van en is mijn gezondheid onderhevig aan wispelturigheid, dacht ik.

Het lag voor de hand om met Microsoft Excel de intervaltijd voor 21 beurten te berekenen en een lijstje op te stellen.
Het zou een goed voornemen worden voor 2025 en aangezien ik op nieuwjaarsdag toch graag een beetje wil uitslapen, werd het aanvangstijdtip op 8:00 uur bepaald. Daarmee had ik de twee parameters voor mijn berekening.

Januari 2025Februari 2025
1. 2025-01-01 08:00:00
2. 2025-01-02 19:25:42
3. 2025-01-04 06:51:25
4. 2025-01-05 18:17:08
5. 2025-01-07 05:42:51
6. 2025-01-08 17:08:34
7. 2025-01-10 04:34:17
8. 2025-01-11 16:00:00
9. 2025-01-13 03:25:42
10. 2025-01-14 14:51:25
11. 2025-01-16 02:17:08
12. 2025-01-17 13:42:51
13. 2025-01-19 01:08:34
14. 2025-01-20 12:34:17
15. 2025-01-22 00:00:00
16. 2025-01-23 11:25:42
17. 2025-01-24 22:51:25
18. 2025-01-26 10:17:08
19. 2025-01-27 21:42:51
20. 2025-01-29 09:08:34
21. 2025-01-30 20:34:17
1. 2025-02-01 08:00:00
2. 2025-02-02 16:00:00
3. 2025-02-04 00:00:00
4. 2025-02-05 08:00:00
5. 2025-02-06 16:00:00
6. 2025-02-08 00:00:00
7. 2025-02-09 08:00:00
8. 2025-02-10 16:00:00
9. 2025-02-12 00:00:00
10. 2025-02-13 08:00:00
11. 2025-02-14 16:00:00
12. 2025-02-16 00:00:00
13. 2025-02-17 08:00:00
14. 2025-02-18 16:00:00
15. 2025-02-20 00:00:00
16. 2025-02-21 08:00:00
17. 2025-02-22 16:00:00
18. 2025-02-24 00:00:00
19. 2025-02-25 08:00:00
20. 2025-02-26 16:00:00
21. 2025-02-28 00:00:00
De geoptimaliseerde tabel voor januari en februari 2025, met datum en tijdstip.

Sorry, maar de hoeveelheid tijdstippen doet me nu wel aan een mopje denken dat mijn schoonbroer me ooit vertelde. Bart vroeg me: “Gerdi, weet jij waarom sperma vloeibaar is?”. Ik kon niet direct een antwoord bedenken. Bart zei: “’t zou er anders nogal wat stuiven hé!”

Bij het bezien van de tabel begin ik een lichte twijfel te hebben over de haalbaarheid.
In het bijzonder voor de ochtenden vanaf 7 januari 2025. Ik ben nooit zo vroeg wakker en ik heb wat tijd nodig om ‘tot mezelf te komen’. 

Ik zie nog een ander probleem opduiken: het volhouden.

Om het te kunnen volhouden moet er volgens mij een stimulans zijn. Ik denk meteen aan Strava, de populaire app waarmee sporters hun prestaties bijhouden en met anderen delen in een sportief sociaalnetwerk. Door Kudos – de likes van Strava – te geven kunnen we elkaar motiveren om vol te houden.

Toch denk ik dat ik Strava niet zover zal krijgen om zo’n speciale ‘sport’ toe te voegen in de app, ook al is het om prostaatkanker te voorkomen.

Laat ons dan misschien afspreken dat we onze prestaties ingeven onder kitesurfen.
Waarom kitesurfen?
Met wind hebben we een raakvlak met opwindingen.
Je gaat ook van de grond en het is ook nat.

Aanvulling:

Stefan doet de test om te registreren.
De activiteit werd te vroeg onderbroken.

Mooi maakt gelukkig

Soms zeg ik al eens tegen een andere vrouw dat ze iets moois heeft. Ik ga je meteen geruststellen, ik doe dit alleen als mijn eigen vrouw erbij is.

Het is een soort spel van me om het met een enthousiaste blik te zeggen en dan te kijken wat de reactie is.

Ik zeg zoiets meestal in gezelschap in een restaurant en dan bij voorkeur net vóór de dame in kwestie me komt vragen of ze mijn wijnglas mag bijvullen.

Afgelopen week, tijdens de opening van Bistro Lange Max, zag ik terug een mogelijkheid. Tijdens de eerste bijvulronde van de wijn merkte ik dat de jongedame hele mooie kijkertjes had. De laatste zonnestraaltjes die van over de haag op het terras schenen, deden haar ogen extra fonkelen. Mijn glas was op tijd leeg vóór ze opnieuw zou komen bijvullen.
Ik zei haar: “Juffrouw, heeft er deze avond al iemand tegen jou gezegd dat jij hele mooie oogjes hebt?”. Ze beantwoordde de vraag niet, maar reageerde glimlachend en zelfbewust met “dank u”.
Ze leek niet verbaasd te zijn, misschien hoorde ze dat wel vaker van een of ander jeugdig liefje. In elk geval waren mijn tafelgenoten meer onder de indruk van mijn lieve woorden dan de jongedame.

Altijd spannend om de reacties te zien.

Enkele weken terug was mijn moeder 85 jaar geworden. We zaten in het restaurant met kinderen en kleinkinderen en nog twee dichte vrienden van oma aan de feesttafel. Een grote slanke dame bediende ons de wijn. Ze droeg een mooie, lange, rode jurk met witte bolletjes van zo’n 2 cm diameter. Het kleedje had geen mouwen zodat haar blote schouders en rug zichtbaar waren.
Zodra het glas van Kevin was bijgevuld kwam ik aan de beurt.

Ik vlug: “Mevrouw, heeft er vandaag al iemand gezegd dat je een mooi kleedje draagt?”. Zij, terwijl ze een korte beweging met de fles richting Joke maakte: “Als dat jouw dochter is, dan heeft ze het me ook al gezegd. Ik heb er zo drie gekocht, een blauw en – de andere kleur weet ik niet meer – omdat het zo’n gemakkelijk kleedje is”. Het complimentje deed haar duidelijk goed. “Nog een beetje wijn, meneer?”. Ik antwoordde bevestigend met “je mag nooit twijfelen aan me”. Ik hoopte na mijn complimentje dat mijn glas nu iets voller zou zijn, maar nee, het was even vol als dat van Kevin.

Op het einde van de laatste werkdag vóór het jaarlijks zomerverlof begint, trakteert Rudy zijn medewerkers. Ik mag dan ook aansluiten. De kroonkurken zie ik dan met een hoog tempo van de Jupilers vliegen. Dit jaar was het snikheet en we beslisten om wat vroeger het bedrijf te verlaten en met onze partners wat schaduw op te zoeken op het terras van Andy.

Stien bedient er ons al jaren en ze kan tegen een stootje. Ze kwam zoals gebruikelijk, vragen wat we zouden drinken. Stien had deze keer ook duidelijk last van de warmte en droeg een hele lichte, witte bloes. Misschien was het bloesje net één maatje te klein geworden. Toen ze van de trap kwam, wist ik meteen wat te zeggen… “Stien, jouw borstjes lijken wiebel-gelukkig…”. Vooral Stien was dolgelukkig met mijn sexy opmerking. Voordien noemde ze Stijn.

Als ik in mijn nopjes ben en ik merk niets speciaal, dan maak ik toch soms een dame gelukkig met een positieve noot over één of ander kettingetje ofzo.

Zeggen dat iets bij een dame mooi is, is leuk. Je moet misschien een klikje maken en het even durven, maar gewoon doen. Ik zou het iedereen aanraden.
Echt niet wachten tot complimentendag op 1 maart.

Griet vraagt het mij soms zelf.
Voor de spiegel van de kleerkast hoor je dan… “welk kleedje is het mooist? … dit of dat? Je moet niet weglopen, je hebt het andere nog niet gezien.”
Soms ook een vraag over wat The Clement Peerens Explosition in hun lied ‘Vindegij mijn G… (Spotify)‘ expliciet omschrijft. Nee, laat het ons zedig houden en louter verder gaan over welke kleedje het mooist is…
Ik speel dan vaak het spel en vernoem het andere kledingstuk dan dat waarnaar ze al lang naar staat te staren. Na de verwisseling zeg ik dan dat het feitelijk alle twee mooi zijn.
Dergelijk consultancy antwoord is dan ook niet goed.

Dan zegt ze me steevast dat ik er niets van ken…
… tot ik finaal zeg “met dat eerste was je toch het mooist.”

Over trillingen en rillingen

Je hebt zo van die gesprekken die aan de ribben blijven plakken. Dat overkwam me midden juli 2024.

Ik zat met Gert te lunchen, met wie ik – op 4 dagen na – 15 jaar eerder een overeenkomst ondertekende voor de distributie van mijn printerdriver software. Vier maanden later zou hij printerfabrikant Ricoh verlaten voor een andere uitdaging. In die korte tijd wisten we een band te smeden. We wisten van minuut één wat we aan elkaar hadden.
We zaten op dezelfde golflengte.

Het gesprek evolueerde van ‘den business’, over de uitdagingen in de toekomst tot management-weetjes. Dat laatste deed ons op de duur filosoferen.

Samen met Gert tijdens een lunch. Veurne 16/07/2024.

Het was niet alleen Gert die wel eens durft verder denken dan zijn neus lang is. Ik illustreerde met mijn uitgebreide lijst OneNote-notities.

Dezelfde avond nog mailde ik naar Gert om hem te bedanken. Niet alleen voor het fijne weerzien na al die jaren, maar ook voor het twee uur durend boeiend gesprek, dat op enkele bezoekjes van de kok na, een hoog niveau had.
In mijn e-mail nam ik ook een notitie op van een filosofische denkoefening die ik 2011 had gemaakt. Het was een summiere tekst met als titel ‘maatschappelijke trillingen’ die ik vanuit mijn OneNote kopieerde.

Ik ging ervan uit dat als Gert dezelfde avond nog mijn e-mail zou lezen en even zou denken over mijn toenmalige denkoefening, dat hij net als ik die avond niet direct in slaap zou vallen.
Mijn gesprek met Gert werd de aanzet om mijn beknopte notities meer uit te schrijven:

Ik vraag me al lang af of we aan de hand technologische kennis en wiskunde tot nieuwe inzichten zouden kunnen komen om ons lichaam en het leven beter te begrijpen…

Mijn algemeen uitgangspunt is de vaststelling dat er veel rondom ons met wiskunde kan beschreven worden.
Ik neem twee voorbeelden ter illustratie: de elektriciteitskabels die tussen twee palen hangen, kunnen volgens een hyperbolische cosinusfunctie worden beschreven en van sneeuwvlokjes weten we dat hun vorm een wiskundige fractal volgt.
Wiskunde lijkt me méér dan rekenen, maar ook een soort beschrijvende taal voor fysische vormen. Ook van voorwerpen die worden geworpen of vallen onder de invloed van de zwaartekracht is het geweten dat zij vaak de weg van een kwadratische vergelijkingen volgen.
Met wiskunde zijn we in staat om ook minder tastbare dingen als bewegingen te beschrijven.

Tijdens mijn opleiding ‘microprocessoren en teletechnieken’ waren elektromagnetische golven een onderwerp waaraan veel aandacht werd besteed.

Zo leerde ik destijds met wiskunde de vorm van een stralingsveld van een antenne te bepalen waarbij het aantal staafjes van de antenne en de afstand ertussen bepalend factoren waren. We berekenden ook tot hoever elektromagnetische golven zouden reiken.
Dankzij wiskunde kunnen we dus ook niet zichtbare vormen achterhalen. De golven an sich zijn al evenmin tastbaar maar toch met wiskunde te beschrijven.

Ik was al radioamateur vóór ik mijn hogere studies startte. Sindsdien boeien elektromagnetische golven me nog meer.

In de medische wetenschap is het gekend dat elk lichaamsdeel het vermogen heeft om elektromagnetische signalen uit te stralen, zij het in zeer beperkte mate. De sterkte van de signalen variëren per lichaamsdeel en hangen af van verschillende factoren zoals de elektrische eigenschappen van het weefsel, de bloeddoorstroming en de biologische activiteit zoals hartslag en hersenactiviteit.

Met meerdere elektroden op onze borst kan men in een ziekenhuis de werking van het hart controleren.  Het hart is als het ware een zender die een elektromagnetisch veld rond het hart genereert. Op de huid ontstaan vervolgens elektrische potentialen, waardoor we enigszins een vergelijking kunnen maken met een ontvangstantenne. De draadjes van de elektroden brengen de elektrische lading naar een toestel die een elektrocardiogram (ECG) van het hart maakt. We krijgen bijgevolg bij elke hartslag door het veranderende elektromagnetisch veld een beeld van het samentrekken van de hartspier.

Ook hersenen zenden elektromagnetische signalen uit als gevolg van neurologische activiteit. Ook hier meet men op verschillende plaatsen potentialen om er een elektro-encefalogram (EEG) mee te maken.

De algemene basis voor zenderactiviteit is beweging. Bij radiogolven zijn het elektronen in de materie van de antenne die aan het trillen worden gebracht door een wisselstroom. In ons lichaam zijn het ionen die in en uit onze cellen bewegen.

Als lichaamsdelen ook elektromagnetische golven produceren, dan moet we m.i. met wiskunde hun signaalvorm kunnen achterhalen, zo niet ze zelfs kunnen bijsturen.
De toestand van een orgaan kan misschien vastgesteld worden door analyses als: Heeft het signaal de goede vorm? Is het signaal sterk genoeg? Wisselen de elektrische potentialen voldoende snel? Kortom, zouden we met wiskunde kunnen achterhalen hoe goed of slecht een orgaan eraan toe is?
Zouden we eventueel een genezingsproces kunnen activeren door een curve, een functie, een vergelijking bij te sturen door een factor x, y… aan te passen?
Het grootste deel van de medische behandelingen is gebaseerd op farmacologie, het toedienen van  medicijnen, kortom chemie. Ik stel me dus de vraag of wiskunde op termijn een plaats zou kunnen krijgen naast farmacologie?

Dat mijn filosofische denkoefening in 2011 een utopie was kan ik aannemen, maar in 2024 staan we inmiddels veel verder.

Het onderzoek naar kwantumchips kan m.i. zorgen voor zo’n wiskundige doorbraak in de medische wereld.

In een artikel van 16 juli 2024 (als PDF-bestand) las ik dat het bedrijf Oxford Ionics een nieuwe methode heeft gevonden om atomen (ionen) vast te houden in een kleine ruimte door gebruik te maken van elektromagnetische velden.
Ze kunnen m.a.w. de golf producerende deeltjes in materie beheersen en aansturen!

Zo te lezen zet Microsoft ook positieve stappen voor het bouwen van kwantumchips, specifiek door een nieuwe “ruisonderdrukkende methode” toe te passen om qubits te meten. Qubits zijn de deeltjes die zowel een 1 als een 0 kunnen zijn en alles daar tussenin.
Ik interpreteer dat net zoals bij radiogolven het bouwen van filtertjes mogelijk moet zijn om bepaalde golven (van lichaamsdelen) door te laten en andere (ruis)golven te onderdrukken…

Het mag intussen duidelijk zijn dat ik organen tot zover spiegel aan elektronische componenten uit de hoogfrequent wereld om er vanuit een technische invalshoek over te kunnen nadenken.

Gegenereerd met AI (Copilot, Microsoft) – 8 augustus 2024.

Ik herinner me dat als twee golven worden gemengd in een mixer/een niet-lineair medium er nieuwe frequenties ontstaan die de sommatie en het verschil van de oorspronkelijke frequenties bevatten.

De vraag stelt zich dan, als we twee lichaamsdelen samen overwegen die elk een golf produceren, zou bijv. een ketting op de borst dan nieuwe (nadelige) golven kunnen veroorzaken? Het voorbeeld lijkt absurd, maar ik meen dat ‘iets’ de golven van de organen kan mixen en hierdoor andere golven kan produceren. Misschien raakt een zelfregelend systeem van het lichaam dan in de war.
De vraag houdt me ook bezig of ik naast de individuele organen en ook de combinatie ervan, zo ook technisch kan redeneren op het lichaam in zijn totaliteit…

Ik filosofeerde hierop verder…

Zou een volledig lichaam met al zijn geproduceerde golven ook als een zender of een ontvanger kunnen functioneren wat communiceren in twee richtingen mogelijk maakt?

Meer concreet, zou een levend lichaam ook een draaggolf kunnen produceren waarop informatie kan gemoduleerd worden die kan doorgegeven worden aan andere mensen?

In dit geval denk ik niet aan het genetisch doorgeven van eigenschappen. Ook niet aan het doorgeven van gewoontes, gedragingen of voorkeuren via culturele, sociale of omgevingsfactoren. Ik heb het dus niet over wat Stef Bos zingt in ‘Papa’ en waarin je hoort “ik lijk steeds meer op jou”.

Ik denk eerder aan zaken die onbewust kunnen opgepikt worden door derden.
We begeven ons hiermee in het domein van de parapsychologie of waar wetenschappelijke onzekerheid troef is. In dit domein heeft telepathie zijn focus op het over afstand (tele) overbrengen van gevoel of ervaring (pathos) tussen twee mensen zonder gebruik te maken van de klassieke zintuigen.

Door EEG-hersenscans weet men dat hersenen afhankelijk van de hersenactiviteit, verschillende golven produceren. Het frequentiebereik varieert van enkele trillingen per seconde tot 100 Hz. Ik laat de uitleg over Alpha en Beta golven e.d.m. over aan anderen.

Wat ik wel weet is dat lange radiogolven (LW), m.a.w. deze met een laag frequentiebereik (30 kHz tot 300 kHz), andere eigenschappen hebben dan VHF-golven (30 MHz tot 300 MHz).

Zo verspreiden VHF-radiogolven zich horizontaal en hebben ze als het ware oogcontact nodig tussen de zend- en ontvangstantenne.
Lange golven zijn daarentegen heel buigzaam en kunnen de aardbodem volgen over bergen en door zeeën. Ook gebouwen vormen geen hindernis, ze buigen zich er rond. De antennes van zender en ontvanger moeten elkaar dus niet kunnen zien. Wie ooit nog luisterde naar radio-uitzendingen op lange golf (LW) kan een mindere kwaliteit van de audio-informatie hebben ervaren, maar wel radiostations hebben gehoord uit héél verre landen. Dergelijke golven met een lage frequentie zijn uiterst geschikt om te communiceren over grote afstanden bij een relatief laag vermogen.

Het ligt voor de hand dat golven met nog lagere frequenties eveneens andere eigenschappen kunnen hebben. Alleen weten we het nog niet. Misschien hebben deze golven een uiterst klein vermogen nodig om grote afstanden te overbruggen.

Laat ons denken aan de 1 tot 100 Hz golven van de hersenen.
Zouden deze trillingen de draaggolf van ons lichaam kunnen zijn om informatie door te geven?
Misschien zijn deze golven wel de basis voor telepathie?

Bron: Hilde Van den Eynde, 24/09/2015, “Hoe werken onze hersenen”, De Standaard.
De lead van het artikel: Aan de aandacht kan het niet liggen: deze eeuw is al uitgeroepen tot eeuw van de hersenen. Aan de technologie ook niet: we kunnen onze eigen hersenen zien werken. Toch weet uw partner nog steeds beter wat u gaat doen dan uw neuroloog.

En hoe kunnen we een vergelijkende test bouwen? We zouden dan wel een zendantenne nodig hebben voor een golflengte van 3000 km! Voor een kwartgolf antenne is dat een draadje spannen van 750 km, van Koekelare tot in München!
En hoe werkt de tuner? Ik wil immers niet automatisch met mijn voelsprietjes afgestemd zijn op Kamala Harris. Trillingen zouden rillingen worden.
Ik meen echter dat het zal wachten zijn tot kwantumchips ionen-bewegingen kunnen nabootsen, zoals die in en uit cellen bewegen.
Kunnen wiskundige knobbels intussen simulaties maken? Ik wil graag weten wat er in de toekomst mogelijk is.

Hoe dan ook, ik denk dat een technologische benadering met de elektromagnetische golven van organen een nuttig onderzoekdomein is in de medische wereld. Er zijn beslist parallellen.

Gert, aan Maxwell kunnen we het niet meer vragen, ken jij nog jouw integralen en differentialen?

Met Gert op de markt van Veurne (16/07/2024).

Nadien had ik nog een aanvullend gesprek met Philip Sioen.

Philip Sioen

Aanvulling met nieuw verschenen artikelen, die passen in de context van dit artikel… nuttig om te lezen:

11/08/2024 – Zenuwvezels in de hersenen kunnen mogelijk quantumverstrengeling opwekken – (PDF)
14/09/2024 – Fractalen: mooi, verdomd moeilijk en steeds nuttiger – (PDF)
26/10/2024 – DNA-schakelaars kunnen genen heel precies aan en uitzetten in organen – (PDF)
13/12/2024 – Wetenschappers ontdekken nieuwe vorm van magnetisme – (PDF)
11/03/2025 – Nieuwe methode om elektronen in beweging te observeren – (PDF)
13/05/2025 – Doorbraak in kwantumzwaartekracht – ‘theorie van alles’ dichterbij – (PDF)

Zoek de fout…

Dit is een fragment uit een Engelstalige menukaart van een restaurant in Colmar (F).

Je kan er een leuke creatieve Engelse vertaling in vinden.

Schreeuw aub niet te luid als je de fout hebt gevonden.

Te mooi om te laten liggen…

Mocht je de menukaart zelf willen zien… dan moet je het restaurant zoeken in de omgeving van Klein Venetië. Vanop het terras van het restaurant kan je onderstaand beeld zien.

Colmar, 25 juli 2024.

Le nouveau Gerdi est arrivé

’t Is er eindelijk van gekomen, maar ik had een duwtje in de rug nodig van mijn dochter.

Griet, mijn vrouwtje, stelde voor om een paar nieuwe zomerschoenen voor me te kopen. Ik durfde sneakers overwegen, maar voor de modellekes dat Griet goed voor mij vond, was ik niet te overtuigen. Steeds weer had ik een argument om een aankoop te weren. Of ik zag ze niet graag of ik was van mening dat ze me onvoldoende steun zouden geven.
De echte reden is anders. Ik ben precies getrouwd met één merk.


Al jaren droomde ik ervan om terug sportschoenen te kunnen dragen zoals ik vroeger had, van toen ik atletiek deed… adidassen uit de jaren 1970.

Ik had toen de prachtige blauwe Achill. Een super trainingschoeisel van adidas. De Achill was toen de Rolls-Royce.

Adidas Achill, model 1978.

Ik had nog steeds een ideaalbeeld uit mijn jeugdjaren van een sportschoen voor ogen. Nu en dan browste ik stiekem met de zoekterm Achill. Vintage is ‘in’ en misschien was de productie terug opgestart, dacht ik.
Ik heb die sportschoen teruggevonden, maar of ze 13 jaar na de herintroductie nog te koop was, was heel onduidelijk.

In oktober 2011 herintroduceert adidas een van hun originele hardloopschoenen, de Achill. De Achill werd voor het eerst uitgebracht in de late jaren 1960 en was toonaangevend voor moderne EVA-wigdempingssystemen en werd ontworpen met een versterkte hiel voor achillespeesbescherming. De schoen heeft een bovenwerk van pluche suède met leren overlay-details, waaronder de 3-Strepen op de zijkanten

Bij nader inzien, zou ik als zestiger toch niet meer rondlopen met die sloefen naar het oudste origineel model. Eén of andere drempel was te hoog geworden. Met het strakke model 1978 zou het anders geweest zijn.

Het Google-algoritme bleek in mijn hoofd te kunnen kijken en tikte Zalando op de schouder met een weetje over mij. Google wist dat ik zou vallen voor de SL ’72 RS, eveneens een sportschoen uit de reeks adidas Originals.

Straf was dat ik destijds ook nog met deze schoenen op de tartanpistes gelopen had. Dat kon Google toch niet weten? Google was toen zelfs nog niet geboren.

Ik zag bij de SL ’72 RS hetzelfde blauw en ook het rode streepje in de zoolrand als bij de Achill. Mijn nieuwe bril, met eveneens een combinatie van blauw en rood, zou accorderen. Het sportartikel was nog just one click away van het winkelwagentje.


Maar Griets neus krulde.
Een beetje strategie was dus nodig.
Ik koos een passend moment om het onderwerp terug op tafel te gooien… en dat is als mijn dochter erbij is…

Joke vond ze mooi en zei “papa, hoelang ga je daar nu nog van klappen?“, “je koopt dat gewoon“. Kevin volgde en Ella-Marie had ook graag een moderne opa. Griet kon haar veto niet meer aanhouden.
Vier dagen later was ik trotse bezitter.

De zaterdag vóór Moedertjesdag trok ik voor het eerst mijn nieuwe sportschoenen aan om op bezoek te gaan bij mijn moeder. Griets neus krulde nog.

Daar zette ik prompt mijn linkervoet op een keukenstoel, precies zoals een schoenenmannequin zou doen. Ik zei met een marketingtoontje erbij “Le nouveau Gerdi est arrivé“.
Mijn moeder: “Zijn dat jouw oude sportschoenen?“. Ik: “Nee, maaaaa. ’t Zijn nieuwe, maar zoals ik die vroeger had“.
Nonkel Yvan die net op bezoek was, wist aan te vullen “en… ’t zijn schone… en adidas is ‘in’ voor ’t moment“.

Griet bleef stil.

Tijdens Moedertjesdag waren we op bezoek bij Griets ma, moeke voor de kleinkinderen. Dit jaar was iedereen er.

Van mijn schoonzussen kreeg ik te horen dat ze mijn lage blauwe sneakers graag zagen.
Griets neus krulde niet meer en bevestigde: “Ja, onder jeans zijn ze mooi“.

Nu bleef ik stil.

Het Wekkerradiospel

Het Wekkerradiospel is een rekenspelletje van eigen hand dat alleen of met meer mensen kan gespeeld worden.
Het doel is om met het tijdstip dat verschijnt op het digitaal uurwerk twee groepjes van elk 2 cijfers te vormen waarbij na twee rekenkundige bewerkingen de groepjes een gelijk resultaat opleveren.

Voorbeeld:
Stel dat 13:15 verschijnt op het uurwerk.
Dan kan het eerste groepje de twee cijfers van het uur zijn en het tweede groepje deze van de minuten.
Met het uur kunnen we de cijfers 1 en 3 optellen waardoor we als resultaat 4 hebben. Met de cijfers van de minuten kunnen we 1 aftrekken van 5 waardoor we als resultaat ook 4 hebben. Hiermee hebben we het doel van het spel bereikt.
Samengevat: Bij 13:15 levert 1+3=4 en 5-1=4 een score van 1 punt.

Spelregels:
– Elk cijfer van het uurwerk moet benut worden.
– Elk cijfer mag maar één keer gebruikt worden in de vergelijking.
– Elk groepje moet twee cijfers bevatten.
– De groepjes mogen gevormd worden met om het even welk cijfer van het afgebeelde tijdstip.
– Alle bewerkingen zijn mogelijK: optellen, aftrekker, vermenigvuldigen, delen machtsverhoudingen, enz.
– Voor situaties waarbij één “0” voorkomt in het tijdstip, dan is er een extra spelregel. Dan mag één voorkomend cijfer tweemaal gebruikt worden.
– Doordat er elke minuut een nieuwe waarde verschijnt op de display van het uurwerk, heb je bijgevolg slechts 1 minuut om de oplossing te bedenken.
– Speel je het wekkerradiospel met 2 of meer mensen, dat roep je in ons voorbeeld zo snel mogelijk 1+3 en 5-1 is 4.

Andere voorbeelden:
07:44  0x7 en 4-4 is 0. Dus twee keer 0 is correct
14:27  7-1 en 4+2 is 6 ook 7-4 en 4-1 is 3 is correct
21:37  2^3 en 1+7 is 8
22:37  2+2 en 7-3 is 4 of 2+3 en 7-2 is 5
23:24  2^3 en 2×4 is 8
07:15  1+5 en 7-1 is 6 waarbij door het verschijnen van een 0 een ander voorkomend cijfer kan hernomen worden, hier het cijfer 1.

– Wat niet mag is getallen samenstellen. Bij 16:28 kan je niet zeggen 1&6 en 2×8 is 16. Wat voor 16:28 wel kan is 8-6 en 1×2 is 2.

De moeilijkheid zit dus in het zoeken naar de rekenkundige mogelijkheden binnen de minuut.

Het komt zelden voor dat er geen rekenkundige bewerking te bedenken is om tot een oplossing te komen. Maar het kan. Zoek dus maximaal.

Kan je iets vinden voor 23:25 ?

Het Wekkerradiospel is net zogoed als Sudoko of een kruiswoordraadsel om de geest actief te houden.

Probeer maar…

Tip: Probeer ’s nachts toch maar te slapen en niet voortdurend naar de wekkerradio te kijken.

Het spel draagt de naam Het Wekkerradiospel, maar natuurlijk kan het gespeeld worden met elk digitaal uurwerk.

Durf daarom ook te zoeken naar een digitaal uurwerk in het straatbeeld en vorm de oplossing in jouw hoofd, niemand zal het weten of roep als eerste de oplossing en scoor 1 punt.

Je zal het niet geloven, maar je kan Het Wekkerradiospel ook spelen met de brandstofprijzen. Dan heb je wel een dag de tijd om de oplossingen te bedenken 😉.

Mijn ervaring leert dat een wekkerradio vanaf nu niet meer is wat die ooit was voor je. Je bent een gamer geworden met een gameconsole op jouw nachttafeltje.

Waarschuwing: het spel kan verslavend werken!

Beter deppen dan wrijven

Vijf skivrienden zullen de winter van 2024 niet snel vergeten.

Tijdens de heenrit naar Hopfgarten, gelegen in het Oostenrijkse Brixental, nestelde Gino zich in de zetel achter mij van de dreambus. Hij zou een boek lezen met de titel Achter Werk.
Dat lezen duurde niet lang. Het boek wist hem zodanig te boeien waardoor hij ons al tijdens het eerste uur van de busrit aandacht vroeg om ons een samenvatting te vertellen.

Gino zou met zijn synthese de bepalende stempel drukken voor de rest van de week.
En ‘drukken’ mag dan wel letterlijk worden genomen…
Van elke Nederlander die ons later op de skilift kon horen praten, veronderstel ik dat die het woordje ‘drukken’ meteen in de juiste context kon plaatsen.
We hadden een nachtrit voor de boeg en hadden dus alle tijd om te luisteren naar Gino. Hij had het uitvoerig over een onderwerp voor in het kleinste kamertje of daar waar de koning ook te voet naar gaat.

Hij bracht zijn synthese zodanig beeldig en sappig, dat het José inspireerde om de fles Jägermeister boven te halen. Ik veronderstel daarbij dat José wist dat het kruidendrankje ook goed is tot het bevorderen van de spijsvertering en de bijhorende ontlasting.

Gerdi en Gino in de dreambus. skivrienden van het eerste uur.

Gino introduceerde uitvoerig en geanimeerd het woord ‘deppen’. Ik dacht spontaan aan het aperitieven, waarbij ik een brokje bloemkool in een dipsausje voor ogen zag, maar dan wel met een beweging van onder naar boven en op een plaats waar de UV-index steeds 0 is.
Hij deelde ook z’n ervaring. Zijn ecologische … afdruk bleek klein te zijn. Dit kon volgens mij alleen als hij met uiterste precisie het dep-papier kon plooien, misschien zoals een drukker zijn katernen plooit.

Het vouwen van een 16 pagina’s tellend bedrukt vel tot een katern.
[bron: H. van Krimpen, Boek over het maken van boeken (19862), p. 207]. Overgenomen uit: Algemene letterkundig lexicon, katern.

‘Deppen’ werd het centrale woord tijdens de shortski en we bleven er plezier mee hebben. Wrijven was niet aan te raden.

Kaat liet later weten dat ze sindsdien niet meer naar het toilet kon zonder aan de suggesties en de uitvoerige uitleg van Gino te denken.

Mijn skivakantie zal ik om een andere reden ook niet zo snel vergeten. Toch minstens gedurende zes weken bij het slikken van Voltaren. Mijn ritme van ‘buigen-draaien-strekken’ werd immers in het eerst uur van de derde ski dag op het einde van de ‘zwarte 42’ prompt onderbroken. Het advies van draaien met ‘de romp naar het dal’ voerde ik waarschijnlijk te strak uit.

Fragment uit de pistekaart SkiWelt, Wilder Kaiser Brixental, Feb. 2024.

Het was voorwaarts en met mijn borstkas als raakvlak dat ik bonkte op het harde ijs. Een doffe smak. De eerste seconden vond ik het raar dat ik nog zelfstandig kon ademen.
Naar dokter Müller ben ik niet geweest, wel achteraf naar mijn huisarts. Stéphanie waarschuwde me voor haar koude handen, maar dat was niets in vergelijking met haar duw op mijn ribben.

Na de afspraak bij de huisarts volgde een bezoek bij de opticien voor een nieuwe bril, want die bleek niet valbestendig te zijn.

Het was een shortski met vallen en opstaan. Of toch voor José en ik een ‘poging’ tot opstaan.

José in de voorgrond. De hulpzame inspanningen van Gerdi werden niet gefilmd.

Stenen en sparappels konden we niet ter verantwoording inroepen voor het veelvuldig vallen. We moeten eerder Al Gore en Greta Thunberg met de vinger wijzen. Het was ‘an inconvenient truth’ dat we elke dag allemaal meermaals zouden vallen door de slechte sneeuwkwaliteit.

Naast de klassieke valbeurten zorgde Gino tweemaal voor spektakel, dit bij het opstappen en het afstappen van een zetellift. Zijn nieuwe witte helm spaarde hem van een hersenschudding.
José slaagde erin om Gino nog te overtreffen. Door de noodstop kwam zijn lang uitgestrekt lichaam terug vrij van tussen de klemmende deurtjes van de ‘eierkabientjes’.

Niets belette ons om bij alle miserie goedlachs te blijven.

In het hotel was Gino behulpzaam voor me, maar hij scheurde me toch de kleren van het lijf. De bijhorende schaterlach klonk over de drie verdiepingen. Kaat kan getuigen.

Lieve vrienden, voor herhaling vatbaar zeker?
Maar dan met betere sneeuw!

Luc, Kaat, José, Gino en Gerdi in de bar van hotel Leamwirt, Hopfgarten im Brixental, Oostenrijk (16-22 feb. 2024).

P.S. Het boek Achter Werk van dr. Bart Van Geluwe blijkt een aanrader te zijn en is de vinden in de betere boekhandel.

Dilemma: wie zie ik het liefst?

Het nieuwe jaar is amper uit de startblokken en ik heb een dringende keuze te maken. Die keuze moet ik in amper één maand tijd maken. Godzijdank is het een schrikkeljaar en heb ik één dag meer.

Ik ben in een ontredderde situatie gesukkeld.
Ik vraag me zelfs af of ik nu hetzelfde gevoel ervaar als een kind van wie zijn ouders zullen scheiden? Het lijkt alsof ik nu moet kiezen tussen mama of papa terwijl ik beiden graag zie.
Ik moet een verscheurende keuze maken.

Het probleem is ook dat ik de situatie niet zag aankomen. Het overviel me en ik kon er niets aan doen. Ik kan dus moeilijk boos zijn op mezelf. ‘Den Gerdi’ zit wel met de gebakken peren.
Eind februari moet ik de knoop doorhakken.
Welk besluit neem ik?

Bij zo’n verwarde situatie weet ik dat je er beter over praat.
Ik probeerde het onderwerp aan te kaarten bij mijn vrouw, maar ze antwoordde totaal naast de kwestie.
Dan maar proberen aan de praat te geraken bij iemand anders, dacht ik.
Wat een geluk dat WhatsApp bestaat.

[1/2 20:11] Ik: Dag Guy, hoorde je dat nieuws van Hamilton en Ferrari?
[1/2 21:21] Guy: Jips
[1/2 21:22] Guy: Dat wordt spannend
[1/2 21:22] Ik: Idd… Dit seizoen heeft daarmee ‘een kantje’
[1/2 21:23] Guy: Denk dat dat nog vonken zal geven met z’n nieuwe teamgenoot.
[1/2 21:24] Ik: Ja we zullen het in de gaten houden
[1/2 21:38] Guy: Idd tis niet lange meer hè 🏁🏎️

Bij mijn buurman moest ik eigenlijk niet aankloppen voor een therapeutisch gesprek. Hij is een Max-fan en hij had vermoedelijk ook wat leedvermaak.

Maar welke richting moet ik uit?
De vraag ‘wie zie ik het liefst: Hamilton of Mercedes’, spookt steeds weer door mijn hoofd.
Dat is mijn februari-dilemma.

Mijn sympathie voor Hamilton is na de laatste lap in Abu Dhabi 2021 nog groter geworden. Sindsdien zoek ik in elk camerabeeld naar de gele helm van Louis in één van de silberpfeile.
Maar wat mogen we nu verwachten van hem tijdens zijn laatste seizoen in de Mercedes-renstal? Zal mijn F1-idool zich schijnheilig gedragen en er een listige strategie op na houden? Supporter ik nog voor iemand waarvan zijn gedachten al op een andere plaats zitten?

Ik ben ook sterk verbonden met het merk Mercedes. Sedert het midden van de jaren 1990 rij ik telkens met het nieuwe model van een break met een ster op zijn snoet. Bij elke verandering nam ik telkens een foto van de wagen alvorens ik die voor goed verliet. Een trouwe vriend leg ik graag vast op de gevoelige plaat.

Maar onderstaand artikel uit het Mercedes-boekje schoot in mijn verkeerd keelgat:

Voorpagina en pagina 82 van Mercedes me Magazine, 2021-2, nr. 368.

De Duitse constructeur legt blijkbaar liever de focus op de ervaring van de individuele bestuurder i.p.v. iets af te werken voor een grote groep van klanten.
Dus schreef ik een bericht aan de auteur van het artikel, die ik op LinkedIn kon vinden:

Geachte heer Khan,
 
Ik heb in het laatste Belgische Mercedes me Magazine nr. 368, uw artikel “Hey Sajjad, Hoe worden uw auto’s intelligent?” pag. 82, gelezen.
 
Het spijt me, maar het artikel frustreert me.

U maakt progressie met geavanceerde functies, wat ik waardeer. U hebt het over “de beste software tot nu toe” en die lijkt zich te richten op individuen… Maar weet u dat de groep Vlaamstalige Belgen de Nederlandse Linguatronic moet gebruiken in ons Comand Online systeem?

Zelfs de best sprekende Vlamingen kunnen de spraakherkenning niet gebruiken. Dit is een fundamenteel probleem. We missen Vlaams.

Om dit probleem op te lossen, gebruik ik nu de hele tijd Android Auto. De spraakherkenning is goed… Maar er zijn zoveel kleine problemen dat updates echt nodig zijn: Android Auto kan bijvoorbeeld niet gecombineerd worden met de DAB-radio. Als je het juiste TuneIn radiokanaal hebt door middel van een spraakcommando, speelt de app niet automatisch – je moet nog op de afspeelknop drukken… En kunt u alstublieft een Bluetooth-verbinding beschikbaar maken voor Android Auto, zodat we niet elke rit de USB-kabel hoeven aan te sluiten.

Ik denk dat het kleine en aanvaardbare verzoeken zijn, om de software in de bestaande auto’s beter te maken.

De lokale ondersteuning kan ons niet helpen… De oplossing moet uit Duitsland komen.

(Nederlandse vertaling van een LinkedIn bericht van 11 augustus 2021 aan Sajjad Khan)

Van Sajjad Khan kreeg ik nooit antwoord.
Volgens zijn LinkedIn-profiel heeft hij Mercedes verlaten eind augustus 2021.
Sajjad Khan verliet dus Mercedes 14 dagen na het versturen van mijn bericht naar hem.
Werd hij door mijn bericht op staande voet ontslagen?

Sorry Sajjad, eigen schuld, dikke bult. U moet maar niet zo hoog oplopen met jouw software… En trouwens nu nog altijd floept de snelheid in de wagen na de beëindiging van een snelheidsbeperking automatisch naar het 90 km/u van Wallonië, terwijl in Vlaanderen de standaardsnelheid al jaren 70 km/u is. Vlamingen worden opnieuw vergeten.

Zou ik de volgende keer niet beter de Mercedes-traditie breken en gaan voor een Chinese BYD (Build Your Dreams). Ik droom er immers al langer van dat een dure GPS, met zijn spraakherkenning goed zou werken. Die Chinezen spioneren tenminste en weten wat we in Vlaanderen nodig hebben.

En komt het West-Vlaams niet snel in de BYD dan vragen we desnoods een tussenkomst van Filip De Winter. Als het hem bij de Chinezen al lukt met maskertjes voor ons mondje, moet het hem ook lukken met de spraakherkenning uit ons mondje.

Maar die Mercedes-wagens marcheren zo goed. Zelden een motorprobleem en ze hebben een goede wegligging. Dat laatste mocht ik in juni 2014 in Hannover ervaren op het testcircuit van de Allgemeine Deutsche Automobil-Club (ADAC), wat we ook kennen van de pechbijstand. Ik mocht er meerijden in een Mercedes-Benz C 63 AMG Break.

Rit in een Mercedes-Benz C 63 AMG Break op het ADAC circuit, Hannover, 17 juni 2014.

Ik denk dat ik vandaag, op Valentijnsdag, de oplossing heb gevonden voor mijn dilemma.
Ook supporteren voor Lando Norris!
De sympathie voor hem borrelde al op tijdens het afgelopen F1-seizoen.
Lando heeft een Vlaamse moeder en zijn McLaren heeft een Mercedes-motor.
Toch een mooi compromis, hé?

Vraag is nu nog wat ik moet doen met mijn petje van 60 euro dat ik slechts één weekend zal gedragen hebben.

Francorchamps, 29-30 juli 2023.